'Tevreden zorgprofessionals en groei dankzij keuzevrijheid'

Door: Jolanda van den Berg-Raaphorst 18-1-2024

Categorieën
:
Nieuws, Varianters, Verhalen van zzp'ers,

INTERVIEWREEKS: Dit is een eerste interview in een reeks verhalen van VariantZorg over drijfveren, veranderingen, de zorgverlener op één zetten en waarom dit binnen zorgland een moeizame strijd is.

Deel 1: de persoonlijke drijfveren van een directeur en hoe hij dit toepast binnen een vernieuwend concept binnen de zorg: VariantZorg.

Directeur Christiaan Kaminski van VariantZorg maakte een overstap van de vastgoedwereld naar de zorg. Hij vertelt over de reden hiervan, waarom juist VariantZorg zo bijzonder is binnen het speelveld van de zorg en zijn persoonlijk motivatie om voor deze sector te kiezen. ‘Ik wil het verschil maken, een bijdrage leveren aan zorg door zorgprofessionals die lekker in hun vel zitten. Dat is mijn drijfveer.’

Wat maakt VariantZorg voor jou zo bijzonder?
'Ik geloof erg in het concept van VariantZorg dat je je eigen beschikbaarheid opgeeft. Iedere zorgverlener is uniek. En daarbij hoort een bepaalde vorm van keuzevrijheid en regie. Dus als je er op woensdagmiddag voor je kinderen wil zijn, dan kan dat. En dat maakt jouw leven mooier want het draait om je privé en pas daarna volgt werk. Vervolgens piep je niet dat je ’s avonds nog moet werken, of een keer in het weekend. Dat is dan het gevolg van de keuzes die je maakt en de dingen die je belangrijk vindt in het leven. Bij VariantZorg vinden we: de zorgverlener is onze klant en wij tonen goed werkgeverschap en opdrachtgeverschap. We zijn nu in de fase dat we uitzoeken hoe ver we hierin kunnen gaan.’

Als jij met Varianters praat, wat merk je dan aan ze? 
‘Ik merk vooral veel opluchting. Dat ze niet meer ‘moeten’. En dat vind ik interessant. Ik denk dat mensen veel flexibeler zijn op het moment dat werk vanuit vrijheid gaat dan wanneer je ze dingen verplicht. Dus als je zegt: je moet verplicht om het weekend werken. Dan hebben mensen daar weerstand op. Op het moment dat je zegt: je mag het zelf bepalen, dan merk ik dat zorgverleners eerder geneigd zijn om ook in het weekend te werken. Want iedereen in de zorg werkt met hart en ziel voor de cliënten. Varianters snappen ook dat bewoners in de weekenden zorg nodig hebben. Het gaat dus om de insteek. Ik kies voor de insteek vrijheid. En het werkt. Nieuwe medewerkers geven het ook aan: 'Ik hoor jullie verkooppraatje. Eerst maar eens even zien of het ook zo is.' En dan blijkt het toch echt te kloppen. Dat is een van de grootste complimenten die je kan krijgen als organisatie.’

Waarom koos jij voor de zorg?
‘Ik werkte drie jaar in het vastgoed. Ik merkte dat het geen enkele bevrediging gaf. Ik zocht juist naar een baan waarin ik het verschil kon maken. Ik zou het woord nu zingeving noemen, toen kende ik dat nog niet. Vandaar de overstap richting de zorg.’

Wat is die zingeving voor jou?
‘We hebben te maken met een kwetsbare doelgroep: ouderen. Vaak met allerlei gezondheidsuitdagingen en een afhankelijkheid van zorg. Op het moment dat wij een bijdrage kunnen leveren aan goede zorg, dan geeft mij dat een goed gevoel over de bijdrage die mijn werk maatschappelijk oplevert.’

En wat is jouw persoonlijke drijfveer?
'Ik vind de wereld best een enge plek af en toe. Ik ben gestopt met het journaal kijken. Ik heb twee dochters van 16 jaar. Die gaan nu steeds vaker op stap. Dat vind ik heel spannend. En ik denk dat er best wel veel focus is op de dingen die niet goed gaan. Dus ik denk: kunnen wij misschien iedere dag proberen de wereld een stukje mooier te maken. Door iemand te helpen met oversteken, buiten een papiertje opruimen, boodschappen tillen voor een ander. Als ieder mens dat zou doen dan creëer je een stroming van positiviteit en saamhorigheid. Zo kunnen we onze wereld weer opbouwen. Nu zijn we vooral bezig met afbreken.’

Hoe vertaal je dat naar de zorg?
'Ik denk dat we een bepaald systeem hebben gecreëerd dat niet meer optimaal werkt. Maar het werkt nog wel. Dus om wijzigingen door te voeren is een hele grote verandering nodig. We zien dat de behoeftes vanuit onze zorgverleners steeds meer afwijken van de aanvraag vanuit onze opdrachtgevers. De roosters zijn bijvoorbeeld iedere dag hetzelfde. Een ochtenddienst begint om 07.00 uur. In de zorg werken veel moeders met schoolgaande kinderen. Tijdens Covid konden we veel meer schuiven met tijden. En nu kan dat ineens niet meer. En ik zie dat onze zorgverleners dan ook denken: 'Oké, als ik een lange dienst wil hebben geef ik toch maar die beschikbaarheid om 07.00 uur op.' Maar daarvan is echt de vraag: ben je vraaggericht of vraag gezwicht? Moeten wij niet gewoon zeggen: om 07.00 uur hebben we niemand maar om 08.30 uur hebben we iemand die met heel z’n hart en ziel bij je komt werken?’

Waarom denkt niet iedereen zo in de zorg? Wat maakt jou anders?
‘Nou, iedereen is uniek. Ik heb geen zorgachtergrond. Dus ik kijk wellicht met een ander perspectief naar zorg. Ik vind het juist een voordeel dat ik geen zorgachtergrond heb. Ik ben verantwoordelijk voor het creëren van de randvoorwaarden waarbinnen de zorgprofessional zijn of haar werk kan doen. Die heeft helemaal geen behoefte aan een discussie met mij over intramusculair injecteren. Nee, dat is zijn of haar professie. Diegene is daar de expert in. Ik moet zorgen dat de omstandigheden optimaal zijn zodat de zorgprofessional zich op zorg kan focussen.’

Je wil groeien toch? 
‘Nee, ik wil het anders gaan doen. Door die unieke plek te zijn voor zorgverleners, ze centraal te stellen, is groei een automatisch gevolg. Want mensen willen zich dan aan je verbinden.’

En lukt het een beetje met ‘dat anders doen’?

‘Ik vind dat we al mooie stappen hebben gemaakt. Tien jaar geleden waren we vernieuwend in de markt. Nu zie ik dat meer bedrijven wat betreft arbeidsvoorwaarden steeds meer opschuiven naar de eigen regie. We willen vernieuwend blijven en daarbij de behoefte van de zorgverlener op één zetten en daarin vrij rigoureus zijn. De basis is inmiddels op orde. Alles waar we niet goed in zijn, besteden we uit: IT, de financiële- en salarisadministratie. Mensen hoeven zich nu niet meer met randvoorwaarden bezig te houden maar lekker met zorgen. Daarin hebben we een grote slag geslagen. Maar dat leidt met name tot het verminderen van irritaties. En nog niet tot het vergroten van de vreugde. In 2024 moeten we juist naar het vergroten van die vreugde gaan. Ik ben zelf vooral bezig ben met de toekomst en met alle ambities die we hebben. Ik geniet en kijk misschien te weinig terug op wat we hebben neergezet de afgelopen jaren. Als ik wel terugkijk dan kan ik alleen maar enorm trots zijn op wat we als organisatie met z’n allen – zorgverleners en kantoorcollega’s – hebben neergezet.’